Van alle bekende metalen wordt ijzer het meest gebruikt, tegenwoordig vooral in de vorm van staal. Omdat het goedkoop en sterk is wordt het gebruikt voor bijvoorbeeld auto's, schepen en voor het bouwen van grote constructies. Staal is een legering die bestaat uit ijzer en koolstof. De term staal wordt voornamelijk gebruikt voor ijzerlegeringen met een laag koolstofgehalte, zodat ze warm vervormd kunnen worden. Hierin onderscheidt staal zich van bijvoorbeeld gietijzer, dat meestal een hoger koolstofgehalte heeft. Er zijn veel verschillende legeringen met ijzer en koolstof, maar ook met andere bestanddelen. Vandaag de dag kent men ongeveer 2500 verschillende soorten staal. Hierdoor en door de goede bewerkbaarheid is staal een veel gebruikt constructiemateriaal. Het koolstof wordt gebruikt om een hoge treksterkte en hardheid te verkrijgen.

Schroot kan worden hersmolten naar staal. Hier speelt het soort schroot een belangrijke rol. Sterk verontreinigd schroot zal problemen opleveren bij het hersmelten. Vooral sporen van koper kan roet in het eten gooien. Daarom is het zorgvuldig sorteren van schroot in verschillende categorieën belangrijk. De aanwezigheid van roest in het schroot is juist een voordeel. De in het roest aanwezige zuurstof helpt bij het verwijderen van de overtollige koolstof in het ruwijzer.Ongeveer een vierde van de wereldstaalproductie is afkomstig van gerecycled schroot.